In het project PGO in Praktijk werken we samen met PGO leverancier Ivido, die ervaring heeft met huidspecifieke programma’s binnen de PGO. Omdat deze in de startperiode van ons project met een nieuwe release van de eigen PGO zou komen, hebben we de aftrap van de werving van PGO-gebruikers daarop afgestemd.
Belangrijke verbeteringen die het gebruiksgemak en de snelheid bevorderen zijn:
De komende periode voert Ivido regelmatig andere verbeteringen door, waaronder aanvullingen met apps waarmee gebruikers zelf gegevens in kunnen voeren (zoals Positieve Gezondheid).
Wat voor veel PGO-gebruikers minder bekend is, is dat de gebruiksmogelijkheden en ervaren problemen met de PGO niet altijd terug te voeren zijn op Ivido. De zorgverleners bepalen in belangrijke mate of en welke gegevens van hen in de PGO komen. Dit sluit aan bij een aantal landelijke ervaringsgegevens. Zo zou 95% van de huisartsen de mogelijkheid hebben hun gegevens te delen met de PGO’s van hun patiënten. Uit een onderzoek van medio 2022 bleek dat het maar 45% van de respondenten lukte hun huisartsgegevens binnen te halen. Dat percentage ligt nu waarschijnlijk hoger, maar ook in ons project zien we dat lang niet alle huisartsenpraktijken hun gegevens met de PGO delen. Zowel met wetgeving als met financiering wordt de komende tijd afgdwongen, dan wel gestimuleerd, dat zorgverleners gegevens worden ontsloten voor de PGO.
Per 1 juli 2023 is de Wet elektronische gegevensuitwisseling (Wegiz) in werking getreden. Die geeft de Minister de mogelijkheid om gegevensuitwisseling naar een PGO verplicht te stellen. Als eerste wordt gedacht aan medicatiegegevens (per 1/1/24 of 1/7/24). Dat geldt dan voor verschillende zorgverleners die medicijnen voor kunnen schrijven. Wellicht dat dit bijdraagt aan het tevens beschikbaar stellen van andere bij hen beschikbare medische gegevens. Daarnaast is de verplichte ontsluiting naar de PGO van de Basisgegevensset Zorg binnen de Medisch Specialistische Zorg in voorbereiding (o.a. NAW–gegevens, allergie-informatie en laboratoriumuitslagen van de patiënt). Dit gaat een stap verder dan de financiële impuls die vanuit een aantal stimuleringsprogramma’s werd geboden aan zorgverleners. Om voor extra financiering in aanmerking te komen, moest dan een minimaal gebruikerspercentage worden gerealiseerd.